Vorig jaar kwam onze minister-president op het VVD-congres met de befaamde dikke-ik-speech. Over graaiers, hufterigheid en forse bonussen. Een jaar verder is er niets veranderd. Dit jaar vindt hij dat Nederland “uit de kramp moet komen”, om er vervolgens nog wat open deuren tegenaan te gooien.
In het nieuws over het VVD-congres zie ik bitter weinig over mensen perspectief bieden. Niets over het aanpakken van belastingontwijking waarbij miljarden worden weggesluisd uit ons land. Niets over het fatsoenlijk opbouwen van verloren sociale zekerheid. Niets over het bestrijden van het opkomende racisme en zondebokken zoeken. Wel zie ik herhaaldelijk angst zaaien over multi-culti, over de buurt waarin je woont, over dat “onze vrijheden bedreigd worden”.
Vijvers
Er is veel geschreven over glitterbretels om het zogenaamde volkse imago van de VVD te bevorderen. Over de good cop, bad cop strategie van Mark Rutte en Halbe Zijlstra. Over een minister-president die “blijf thuis” roept naar oorlogsvluchtelingen. Over een regeringspartij die openlijk zegt mensenrechten te willen negeren voor mensen van buiten Europa. Over Halbe Zijlstra die zich druk maakt om het paas-feest.
En over dat het allemaal bij het politieke spelletje hoort om in de vijver van PVV-kiezers te hengelen.
We zitten in een vijver met dikke-ik koi-karpers die de zuurstofpomp bedienen en de anderen langzaam verstikken, zonder ideeën en uitzicht op verbetering. En even verderop ligt een vijver vol bruine drek, waarin virtueel 37 zetels te vinden zijn. En dus graaft de VVD een greppeltje, van de ene vijver naar de andere. Nu hebben we overal bruine drek en geen uitzicht.
Het congres is verlopen zoals ik had verwacht.
